Materieel op het Kamperlijntje
Toen de lijn Utrecht-Zwolle in 1863 in gebruik genomen werd, had de NCS de beschikking over twaalf stoomlocomotieven. Het waren zogenoemde 1B-locomotieven met een losse tender, gebouwd door Neilson & Co te Glasgow. Deze stoom-locomotieven die met veel geweld over het spoor denderden werden in de volksmond al snel ‘Woeste Willem’ genoemd.
De Woeste Willems werden aan het begin van de twintigste eeuw bijgestaan door de eerste benzinemotorrijtuigen: de omBC 1901, in de volksmond ‘Ome Keessie’ genoemd. Op 5 november 1923 kreeg de lijn Zwolle - Kampen de primeur van de ingebruikneming van het eerste benzinemotorrijtuig, maar de Kampenaren waren niet onverdeeld blij. De rijtuigen waren oncomfortabel en onveilig. Hoe zou men met al die benzine uit de wagens moeten komen in geval van brand?
Dit risico was grotendeels voorbij met snelle, driedelige dieseltreinen. Deze zogenoemde DE-3 werd in de jaren ’30 in gebruik genomen. In de jaren ’50 pendelde de fameuze Blauwe Engel en later ook de Rode duivel tussen Zwolle en Kampen. In de jaren ’80 maakte de Wadloper haar intrede, gevolgd door de Buffel.
- Geplaatst op: woensdag, 27 februari 2013
- Bijgewerkt op: donderdag, 09 mei 2019