Stationsrestauratie Kampen
Kampen 1937, foto van J.A. Diender ter gelegenheid van zijn 25-jarig jubileum (foto Ons Erf)
De NCS-stationsrestauratie werd jaarlijks verpacht en bekend is dat de pachtprijs in 1881 fl. 550,00 bedroeg en in 1883 was deze al opgelopen tot fl. 700,00. Dat het niet altijd fris was in de wachtkamer 3e klasse bleek uit een klacht in een brief van burgemeester Van Blommestein van 2 mei 1901 gericht aan de directie van de NCS. Hij zat op vrijdag 26 april 1901 in de wachtkamer 1e en 2e klasse op de trein te wachten terwijl daar de deur naar de wachtkamer 3e klasse open stond. Uit die wachtkamer kwam een zeer onaangename lucht van de daar wachtende reizigers die grotendeels bestonden uit (vee)marktbezoekers. Hij verzocht de kastelein de deur te sluiten maar deze weigerde dit. De burgemeester besloot toen maar zelf de deur te sluiten maar dat werd hem ‘op zeer hoogen toon’ geweigerd en belemmerd. Hij wou zich hierover beklagen bij stationschef Meij maar die was weer eens niet te vinden omdat hij klaarblijkelijk weer bezig was met zijn particuliere steenkolenhandel bij het station. Hierover had het gemeentebestuur al regelmatig geklaagd had bij de NCS-directie. De trein vertrok zonder vertreksein van de stationschef op gezag van de conducteur.
In mei 1905 pachtte de 28 jarige Jan Diepenbroek de stationsrestauratie. Hij bleef tot de afbraak van het station in april 1911. In maart 1911, drie maanden voor de opening van het nieuwe station werd In zijn plaats de toen 25 jarige Johannes Albertus (Jan) Diender benoemd. Hij was daarvoor ca. 12 jaar kelner geweest bij de Buiten Sociëteit, schuin tegenover het station. Hij trouwde op 18 augustus 1911 met Jacoba Toeter die eveneens als hij ook afkomstig was uit een Schokker familie. Zij had, zoals de meeste meisjes van haar leeftijd, daarvoor gewerkt bij een rijke Joodse familie in Amsterdam en wist daar op te klimmen van derde kamermeisje tot eerste assistent van de kokkin. Vooral dit laatste was een uitstekende basis voor haar werk in de stationsrestauratie. Om stationrestaurateur te mogen worden moest je getrouwd zijn aangezien het echtpaar elkaar moest afwisselen in de morgen- en avonddiensten omdat de stationsrestauratie geopend moest zijn vanaf 20 minuten vóór en na de het vertrek van de eerste c.q. laatste trein om zo toch voldoende nachtrust te krijgen.
In juni 1912, een maand voor de opening van het nieuwe station. deed Diender een verzoek voor het afgeven van een vergunning voor het schenken van alcoholische dranken, maar dat werd hem in eerste instantie geweigerd. De reden hiervoor was, dat volgens de Drankwet de lokaliteit moest voldoen aan bepaalde eisen op het gebied ruimte, luchtverversing en lichtvoorziening, dat was niet het geval. Dit was een onaangename verrassing maar er vonden aanpassingen plaats zodat de vergunning alsnog verleend kan worden. Jan Diender en Jacoba kregen 7 kinderen die zo gauw en zoveel moesten meehelpen.
Jan Diender en zijn vrouw Jacoba specialiseerden zich vooral in lunchmaaltijden voor de onderweg zijnde vertegenwoordigers en handelsagenten, veelal afkomstig uit Joodse kringen. Ze stonden vooral bekend en kregen veel waardering voor hun (gebakken) vismenu’s. Er waren reizigers die speciaal hiervoor even naar Kampen kwamen. Tijdens de veiling van de vis op de vismarkt in Kampen was de mooiste en beste vis altijd voor Diender van de stationsrestauratie. Het was overigens gebruikelijk dat alle overige snacks en dergelijke zelf gemaakt werden.
In april 1921 kreeg de restauratie een telefoonaansluiting met het nummer 227. Vaak was de restauratie overvol, vooral op marktdagen, maar regelmatig ook met korfballers en voetballers die per trein reisden. In november 1923 met de invoering van de benzinemotorrijtuigen werd echter de deur tussen de vestibule en de restauratie gesloten en moesten bezoekers of een geldig vervoersbewijs of een perronkaartje hebben. Aangezien hierdoor de klandizie terugliep, besloot Diender op 26 juli 1925 een hotel-café-restaurant in het pand Oudestraat 83 in Kampen te openen, die de Vlaamse benaming ‘De Noenzaal’ kreeg, om daar de klanten op te vangen die hij in de restauratie had verloren. In 1938 ging de exploitatie van de Noenzaal over naar zijn vaste kelner Klaas Arentshorst.
Op 9 juli 1937 werd het 25-jarig bestaan van het station maar ook het jubileum van Diender gevierd. In de oorlog was hun zoon Cor degene die de Kamper joden die op 18 november 1942 met de trein afgevoerd werden, nog gauw voorzag van brood (zie Historie 1940 -1950). Cor Diender had vlak daarvoor zelf ontslag genomen bij het Kamper distributiekantoor omdat één en ander tegen zijn geweten inging en werkte in de stationsrestauratie onder het voorwendsel dat zijn zieke vader hem nodig had. Cor deed de ochtend- en de avonddiensten. Tijdens de spoorwegstaking bleef de restauratie geopend. Na de oorlog werd de wachtkamer 3e klasse buiten dienst gesteld en deed toen tijdelijk dienst als fietsenstalling en er kwam een afscheiding met de restauratie. Op 16 juli 1945 werd de treindienst voorzichtig hervat.
Op 24 augustus 1951 vierde het echtpaar Diender – Toeter hun 40-jarig jubileum tevens huwelijksfeest. Diender was toen 65 jaar. De heer M.J.J. Goedebuure, Inspecteur van Economische Zaken van de NS kwam hem feliciteren en ook de hoofdvertegenwoordiger van bierbrouwer Phoenix, waarvan Diender al die 40 jaar afnemer was geweest, kwam langs om hem de feliciteren. ’s Avonds was er nog een gezellig samenzijn met het stationpersoneel.
Diender had de bijnaam ‘Snuf’ vanwege het feit dat hij voortdurend zijn neus ophaalde. Diender was ook actief in diverse verenigingen en organisaties tot aan zijn dood op 23 december 1966.
Zoon Cor Diender keerde in juni 1945 op verzoek van de gemeente Kampen terug naar het distributiekantoor, maar nam daar in november 1945 alweer ontslag omdat hij studies en cursussen ging volgen om zelf de detailhandel in te kunnen gaan. Hij zal wellicht in die tijd nog wel hand- spandiensten in de stationsrestauratie verricht hebben. In 1950 trouwde hij met Marietje Ter Horst en opende met haar een confectiezaak met in het pand Oudestraat 176 onder de naam MACO (Marietje en Cor) en later nog een tweede winkel in de inmiddels opgeheven Noenzaal.
Na het jubileum van zijn ouders in augustus 1951 nam de jongste zoon Cees samen met zijn zus Do het beheer van de restauratie van zijn ouders geleidelijk over. Hij trouwde in april 1956 met Tonny Tabbes uit Den Haag, die daar werkte bij een andere zoon van Jan Diender, Stef Diender, restaurateur van één van de grootste stationsrestaurants van Nederland, Den Haag Holland Spoor. Stef was ook voorzitter van de VSR, de vereniging van stationrestaurateurs. Zo verkreeg de familie Diender een belangrijke naam bij het gebied van stationrestauraties in Nederland. Na haar trouwen werkte Tonny ook mee in de stationrestauratie en ze hebben ze nog even gewoond in de voormalige stationschefwoning. Begin november 1959 vertrok Cees Diender naar de stationsrestauratie in Steenwijk, later naar Apeldoorn, Meppel en tenslotte Assen, waar hij in oktober 2015 overleed.
Na Diender was W. Mulders restaurateur, Hij woonde in het station. Na hem zijn nog twee andere restaurateurs geweest en als laatste tot mei 1998 mevrouw Cleveringa, haar man werkte in de rijwielstalling in het station.
In 1969 startte de NS met Tienertoer en kon men in de stationsrestauraties waaronder ook die in Kampen een ‘honki-tonkmenu’ bestellen, erg populair bij de jeugdige reizigers. Een honki-tonki-menu had je in 4 soorten, namelijk Honki Tonkie standaard bestaand uit een geroosterd broodje met pittig gekruid vlees, als tweede Honki Tonki Ei aangevuld met een spiegelei, of Honki Tonki Speciaal verder aangevuld met ketchup, uien en friet en als laatste Honki Tonki Super bestaande uit 2 porties voor de grote trek. De prijzen varieerden van fl. 4,20 tot fl. 7,80. In 1969 kwamen ook de zomermenu’s onder het motto ‘Eten met NS”, bestaande uit een voor- en nagerecht. In de winter kwam hiervoor in de plaats de actie ‘Winterpot”, bestaande uit een eenmansmaaltijd met onder meer boerenkool en zuurkool met worst en dit menu kon per dag variëren. Deze actie duurde van november tot en met februari.
Elke stationsrestauratie had zijn eigen servies, bestek en de uitbater bepaalde zelf de prijzen. In de jaren negentig besloot de NS dat er meer eenheid moest komen en dat overal hetzelfde servies en bestek gebruikt moest worden en dat in alle restauraties dezelfde menu’s, snacks, dranken en dergelijke verkrijgbaar moesten zijn tegen gelijke prijzen. Ook zou er meer gelegenheid moeten komen voor andere horeca- en snackgelegenheden. Ook de inkoop zou centraal geregeld worden en hiervoor zouden kassa’s komen verbonden met een centraal punt in Utrecht, zodat bij de koop van b.v. een MARS dit via Utrecht weer geleverd werd. Dit alles was natuurlijk tegen het zere been van de restaurateurs die het heft in eigen handen wilden houden en geen concurrentie. Maar de NS zette toch door waarop de meeste restaurateurs besloten te stoppen en werden de meeste restauraties werden voor 2003 gesloten. De restauratie in Zwolle werd pas in 2012 gesloten. In Kampen werd de stationsrestauratie begin mei 1998 gesloten, hiervoor in de plaats kwam een Wizll-winkel, later Kiosk die in het voorjaar 2021 vanwege de coronacrises werd gesloten. Tegenwoordig is in de voormalige kaartverkoopruimte een take-away voor koffie/thee en overige dranken ‘Perron 1’, officieel geopend op 31 mei 2021.
- Geplaatst op: maandag, 22 februari 2021
- Bijgewerkt op: donderdag, 24 november 2022