Lijn Hattem-Kampen werd geen succes (1914-1925)
Ook gingen veel schoolreisjes per trein richting Hattem. In de volksmond werd de trein meestal ‘Bello’ of de ‘Koffiemeule’ genoemd vanwege het voortdurende gebel (fluiten was vanwege schrikreacties van het vee praktisch nergens toegestaan) en de glimmende gepoetste schoorsteen. In 1916 werden de buitenmuren van het station bepleisterd en gewit. Aangezien het tweede spoor bij Zalk niet werd gebruikt voor de treindiensten, werd besloten dit spoor te gebruiken als los- en laadspoor en werd voor dit doel een los- en laadplaats met weg aangelegd.
Schaarste
Het goederenvervoer viel echter nogal tegen. Men kreeg te maken met concurrent NCS. Om te voorkomen dat het goederenvervoer op de lijn Zwolle-Kampen zou afnemen, gaf deze maatschappij tien procent korting op de vrachtprijzen of haalde en bezorgde de goederen zelfs gratis. Door de Eerste Wereldoorlog nam het goederenvervoer nog meer af en door de belangengemeenschap tussen de HSM en SS per 1 januari 1917 verdween praktisch alle concurrentie tussen de maatschappijen; zo ook tussen de beide Kamper spoorlijnen.
Vanwege de kolenschaarste werd op 3 juni 1918 in opdracht van de bevelhebber van de Land- en Zeemacht het passagiersvervoer op drie lijnen, waaronder de lijn Hattem-Kampen, gestaakt. Uiteraard waren de gemeente Kampen en de KNLS hier niet blij mee en zij schreven de bevelhebber dat de streek nogal schade ondervond door deze maatregel. Pas op 9 juli 1919 werd het vervoer weer hervat. De HSM gaf hieraan geen enkele publiciteit, zodat weken later veel mensen nog steeds niet wisten dat de ‘Hollander’, zoals de lijn genoemd werd, weer heropend was.
Bergafwaarts
Op 1 juli 1920 maakte de HSM gebruik van haar recht om alle spoorlijnen van de KNLS te mogen kopen, zij kon zich hiermee veel geld besparen. Alle leningen van Kampen aan de KNLS werden op verzoek van de gemeente voortijdig afgelost. Nadien ging het bergafwaarts met de lijn naar Hattem, doordat de HSM nauwelijks moeite deed om het vervoer naar Hattem te propageren. De tijdstippen waarop de treinen aankwamen en vertrokken waren ongunstig gekozen, terwijl zondags geen enkele trein meer liep. Gelukkig vestigden zich een aantal bedrijven op het emplacement van Kampen Zuid waaronder de Kamper Steenkolenhandel v/h Lijs & Bosch.
Dit bedrijf kreeg in 1922 toestemming voor het maken van een inrichting voor het breken van antraciet. Deze brekerij bleek succesvol te zijn, want in 1923 werden binnen 3 maanden 400 wagons met steenkool aangevoerd. Het hele emplacement stond regelmatig vol met wagons. Na het breken werd de steenkool met schepen via het Herkenhoofd naar de handelaren vervoerd. Oorspronkelijk lag het in de bedoeling ook de grond aan de andere zijde van de Parallelweg , tegenover het station, te bestemmen als industrieterrein. Zo had de Erven Wed. J. Van Nelle plannen om na ophoging van dit terrein hier een sigarenfabriek te vestigen. Deze plannen gingen echter niet door en werd dit terrein later bestemd voor woningbouw van de nieuwe wijk Zuid. Ter bescherming van de spoordijk tegen afslag door hoog water. plantte de NS in Kampen langs de Parallelweg in april 1924 rijen stekken en wilgen, deze werden bijna onmiddellijk door de jeugd kapot getrapt of uitgerukt.
Gedegradeerd
Al in 1920 (nog maar zeven jaar na de opening) begon het station sterk te verzakken en te scheuren; er waren plannen om het station af te breken en opnieuw te bouwen maar vanwege slechte bedrijfresultaten werd de sloop en nieuwbouw uitgesteld en verslechterde de toestand van het station met de jaren.
Vanwege de economische recessie in de jaren twintig, maar ook vanwege het opkomende gemotoriseerd verkeer, zoals vrachtwagens en bussen, daalde het passagier- en goederenvervoer op de spoorlijn. Er was nooit een sterke binding geweest tussen Kampen en Hattem zodat de lijn ondanks het goederenvervoer onrendabel bleek te zijn. Met ingang van 16 mei 1923 werd de snelheid op de spoorlijn verlaagd tot 35 km/h en gedegradeerd tot tramlijn en werd ook de bewaking in 1924 opgeheven. Maar ondanks deze versoberingen bleven de verliezen bestaan.
Kievitseieren
In 1925 maakten gemiddeld per dag slechts 37 tot 47 mensen gebruik van de verbinding met Hattem. Ook het goederenvervoer was inmiddels gedaald tot gemiddeld nog geen wagon per dag. Het verlies bedroeg in dat jaar fl. 34.000,-. Ondanks dit alles was er een gemoedelijke sfeer op en langs de lijn. Meestal was een hand opsteken al voldoende om de trein te laten stoppen en in het voorjaar zag men wel eens de conducteur naast de langzaam rijdende trein door de weilanden lopen, op zoek naar kievitseieren. Ook hielden de machinisten van de treinen naar Zwolle en naar Kampen na vertrek uit Hattem tot de oprit van de spoordijk richting Kampen wel eens een snelheidsrace.
- Geplaatst op: woensdag, 27 februari 2013
- Bijgewerkt op: maandag, 27 februari 2023