De opening spoorlijn Hattem-Kampen (1913)
In deze trein zaten de overige genodigden, waaronder de heren Tutein Nolthesius en Ledeboer, respectievelijk voorzitter en secretaris van de KNLS, de burgemeesters van Deventer en Diepenveen, de heer Kalff van de HSM, ingenieur Déking Dura en de aannemers Ter Horst en Versteeg. Nadat ook de Kamper genodigden ingestapt waren, vertrok de feesttrein om 10.45 uur richting Kampen. De trein werd getrokken door de met vlaggen en bloemen versierde locomotief HSM-1019. Journalist Van Hanswijk Pennink van de Kamper Courant was ook bij de genodigden en zijn boeiend en levendig verslag van 30 september volgt onderstaand:
'In kleurig feestgewaad, met groen en bloemen, de vlaggen in top, wachtte het nieuwe station de genoodigden, die den eersten rit op de spoorbaan Kampen - Hattem zouden meemaken. En het mocht zich gisteren laten zien dit stationnetje, dat nog geen naambord draagt. De aangebrachte versiering (werk van de heeren E.J. Bruins en Aikes) was passend en smaakvol, slingers van dennengroen en asters, schilden met initialen der maatschappij, het bekende symbool der spoorwegen, het gevleugelde rad, niet ontbrekend, bloemen en palmen in de ruime wachtkamer 3e kl., een keurig en feestelijk geheel, waarbij het oude station Hattem afstak als een opgetooide ouwe-juffer bij een chic dametje. Geleidelijk begon zich gisterochtend de wachtkamer te vullen met genoodigden: burgemeester en wethouders, de secretaris, raadsleden, eenzelfde kring buitengemeentelijke autoriteiten, dijkgraven en nog verschillende andere persoonlijkheden uit de stad. Te ongeveer kwart voor tienen vertrok de trein, nog niet de 'feest'-trein naar Hattem. Het personeel in de beste plunje en om en bij het station al heel wat kijklustigen, die de vertrekkenden toewuifden.
Ting-ting-ting-ting klankte altijd maar door de bel en zachtjes zonder veel schokken en stooten gleden wij over de nieuwe baan, door het mooie landschap, langs de gladde, zon-betintelde IJssel, dan gezelligjes vlak naast de straatweg. Uit alle huizen waren de menschen komen loopen, wuifden lachend. De varkens dansten grappig opgeschrikt weg; een paard, dat nooit dit vreemde monster langs den weg, zijn weg dien het ongestoord dag in dag uit beliep, zag, sprong even op en steigerde toen de trein voorbijschoof. Breed en wijd lagen aan weerszijden de velden onder de strakken, bleek-blauwen herfsthemel. Een frissche wind woei ons door het open raampje in 't gelaat. Je kon je niet zat kijken aan dat mooie lage land van Overijssel en zoo, nog voor je er op bedacht was, was je in Gelderland en stopte de trein voor het station Hattem, waar het altijd mooie Wilhelmus plechtig door de lucht klonk.
Buiten het station stonden de menschen opgepropt te kijken. In de wachtkamer - ook hier versieringen - werden ververschingen aangeboden, buiten speelde de muziek opgewekte marschen. Toen rolde de trein uit Apeldoorn binnen, de lokomotief getooid met bloemen, voorop een schild: Leve Hattem - Kampen, en bracht nieuwe genoodigden aan. Van tevoren waren per trein uit Zwolle nog eenige autoriteiten aangekomen, zooals de hoofd-ingenieur van den Waterstaat en de aannemers van het werk, van wie wij Ten Horst hoorden zeggen, dat hij het blijste was van allen vandaag, nu het werk eindelijk achter den rug was!
Ongeveer kwart [voor elf] reden wij terug naar Kampen, uitgeleide gedaan door bijna de geheele bevolking van Hattem. Nu in den feesttrein, in wagens behoorende bij het nieuwe materieel dat tusschen Hattem en hier dienst zal doen. Keurig zijn deze nieuwe coupés met breede ramen, geheel beschoten met teakhout, en geriefelijker nog dan de oude van dien aard. Op de balkons, die behoorlijk kunnen worden afgesloten, zullen de reizigers tijdens de reis mogen blijven staan. Zacht trok de kleurige locomotief ons voort. Eerst een eindweegs langs de lijn Zwolle - Apeldoorn, dan links afslaand de helling op tot bij de brug (in ijzer en beton) over de baan der N.C.S. Hoog boven de groene vlakte hield de trein stil. Heerlijk was hier het vergezicht.
Rondom welige weiden en akkers, een weg hier en daar een grauwe streep vormend, omlijnd door groen van boomen, dat al even de gouden herfsttinten heeft. Beneden op de N.C.S.-baan sukkelde, grappig klein lijkend, een goederentrein aan, de machinist en stoker zwaaiend met hun pet. Daarnaast in de groote moerasachtige plas, ontstaan door de zand-afgraving voor den spoordijk, ploeterden snaterend wat eendjes en dat alles bestraald door de met schitterende herfstzon: Holland op z'n mooist!
Verder ging het, nu weer dalend. Als marionetjes draafden over den [Zuider]zeestraatweg een troepje kinderen, wuivend naar den versierden trein, die donderde daar boven hen over het viaduct. Sneller reden wij nu de helling af, langs de stille klare Uitvliet, langs vruchtbare akkers waar oude boertjes, het rimpel-doorploegde gelaat in breeden lach, met stijf gebaar de pet lichtten van het grijze hoofd, waar blozende, fiksche boerinnekes de blanke tanden toonden en zwaaiden den stevigen blooten arm ten groet.
In Zalk had de schooljeugd zich voor het versierde wachthuisje opgesteld. Wel aardig als de onderwijzer ze een liedje had laten zingen. Hier en ook bij de andere halten stapten de heeren genoodigden uit en namen een kijkje. Wat is ook dit polderland weer prachtig in zijn onvergelijkelijke Hollandschheid. Wilgengroepen, slootjes, hofsteden, brokjes mooi-Nederland, zooals een Maris, een Mauve ze zoo onvergetelijk-mooi op het doek hebben vastgelegd. Overal de lachende menschen die kwamen kijken naar de 'nieuwe spoor', de beesten, den vreemde lawaaimaker ontvluchtend. Vlak langs de huizen gleed soms de trein, scheerend langs de boomen er voor, opjagend de kievieten, misschien al op het punt ons te verlaten. Het altijd mooie kijkje op Wilsum, aan de overzijde van de rivier, dat trotsche water- gezicht, de torens van de stad te halve in zonnebrand, fel-wit het nieuwe zwembad en verderop de donkere lijnen van de brug. Er waren nu meer menschen langs den weg op fietsen en te voet, die juichten en wuifden.
Dan, plotseling om den hoek het station, dat een feest-palviljoen scheen. Alleraardigst dat gezicht: de vlaggen wapperend in den wind, de honderden menschen dicht opeengepakt in wijden boog om het breede emplacement, op het blinkende kiezel-perron de uniformen der muzikanten met hunne flikkerende koperen instrumenten en op den achtergrond de stad, mooi uitkomend de H.B.S. en het ziekenhuis tegen het zware groen der plantsoen-boomen. Sterker en sterker drong het hoera-geroep der verzamelden tot ons door, langzamer rolde de trein voort over de effen baan en eindelijk met een licht schokje stond zij stil voor het station, het eindpunt van dezen eersten rit Hattem - Kampen. Het Stedelijke Orkest [onder leiding van de heer Hengeveld] deed het Wilhelmus weerklinken, een fotograaf vroeg even de aandacht van de heeren en een vriendelijk gezicht en toen in de wachtkamer sprak onze burgemeester de openingsrede. Hij zei ongeveer het volgende:
"Mijne Heeren! Wanneer ik U, de eerste passagiers op de lijn Hattem - Kampen, hier namens den gemeenteraad van Kampen hartelijk welkom heet, dan doe ik dat niet alleen omdat het mijn ambtsplicht is, maar dan is dat welkom ook oprecht bedoeld en van harte gemeend. Hoe zou het ook anders kunnen zijn? Kampen ziet heden één van hare grootste wenschen in vervulling gebracht, langs den linker IJsseloever is eindelijk de rechtstreeksche verbinding met de bloeiende Veluwe-streek tot stand gekomen. Eindelijk, want "van een leien dakje" is de voltooiing van dit werk niet gegaan, wat trouwens in ons geëerbiedigde vaderland meer voorkomt bij de uitvoering van dingen van algemeen nut. Lang hebben wij op deze verbinding moeten wachten, want reeds in 't begin van 1902 werd het eerste officieele stuk betreffende de spoorlijn opgemaakt. Dit feit is temeer markant omdat noch van het rijk noch van van de provincie financieele steun werd gevraagd of verlangd. Doch laat ons op een dag als dezen den blik niet terugwerpen op het verleden, laat ons niet denken aan die tegenslagen, maar laten wij ons verheugen in het feit dat de lijn er is. Allen die daartoe meegewerkt hebben, breng ik hartelijk dank. Deze spoorweg zal ten goede komen aan handel en industrie en zal voor beide een prikkel zijn de vleugels verder te ontplooien dan zij tot nog toe hebben gedaan. Moge ook deze lijn beantwoorden aan wat de Kamper burgerij er zich van heeft voorgesteld, dat is een gemakkelijke verbinding met een schoonere natuur dan die welke de naaste omgeving der stad biedt. De beantwoording aan dit verlangen zal der maatschappij ten goede komen en voor haar zijn de beste belooning voor haar arbeid. Ik eindig met den wensch:"Leve en floreere de nieuwe verbinding met de Veluwe".
Zijn toespraak werd gevolgd door een daverend applaus. Hierna nam de heer Tutein Nolthesius, oud-burgemeester van Apeldoorn en voorzitter van de KNLS het woord. Hij zei dat dit moment de bekroning was van vele jaren werk. Veel dank was de maatschappij verschuldigd aan de gemeente voor al haar financiële steun. Hij was er van overtuigd, dat de HSM haar uiterste best zou doen om van deze spoorverbinding een succes te maken. De spoorweg ging niet door een bloeiende streek en de huizen waren schaars, maar de KNLS hoopte dat het verkeer op de lijn zou toenemen en dat Zalk binnen afzienbare tijd een eigen station zou hebben, ja, dat het misschien eens zou worden: 'Kampen en Hattem één'! Na zijn toespraak werd een glas wijn gedronken, waarna het gezelschap weer in de trein stapte (de bloemen op de locomotief waren inmiddels verwelkt) om de spoorsteiger bij het Herkenhoofd te bezichtigen.
Vervolgens ging men terug naar het Kamper station en werden 51 genodigden met landauers vervoerd naar de [Stads]Gehoorzaal om daar het 'noenmaal' te gebruiken,aangeboden door de KNLS. Het Stedelijk Orkest speelde tijdens deze lunch op de Nieuwe Markt en de 36 leden kregen als beloning een consumptie à 10 cent aangeboden. Feesten voor de burgerij werden er niet gehouden. De totale kosten vielen dan ook mee namelijk fl. 601,35 voor de maaltijd inclusief 50 stuks sigaren, wijn, koffie enz. en fl. 33,05 voor het vervoer met de landauers. De verwachtingen waren hooggespannen en men hoopte dat het goederenvervoer naar het westen door de kortere, dus goedkopere verbinding zou toenemen.
- Geplaatst op: zondag, 29 september 2013
- Bijgewerkt op: woensdag, 26 augustus 2015