De regio: IJsseldelta
De polder Mastenbroek vormt het hart van het Nationaal Landschap IJsseldelta. De verkaveling dateert al van de tweede helft van de 14e eeuw. Mastenbroek is daarmee de oudste polder van ons land. In het midden van de 14e eeuw barstte het in de IJsseldelta van de activiteiten. De bevolking steeg fors. Haven- en handelsstad Kampen groeide als kool. Met misschien wel meer dan 10.000 inwoners was het in die tijd één van de grootste steden van de noordelijke lage landen. Vanwege de grote economische belangen was de IJsseldelta in die tijd dan ook het strijdtoneel van veel wapengekletter.
Watersnood
Mastenbroek lag relatief hoog en met de Zuiderzee om de hoek was Mastenbroek ook regelmatig het slachtoffer van storm en hoogwater. De gruwelijkste watersnood was die van 4 en 5 februari 1825, toen grote delen van Overijssel en Gelderland getroffen werden. Ruim 1/6 deel van de ruim 350 slachtoffers kwam uit Mastenbroek. De komst van een stoomgemaal en betere bedijking maakten een eind aan dergelijke natuurrampen.
Stadserven
Andere belangrijke peilers in de IJsseldelta zijn het Kampereiland en de Mandjeswaard. In dit gebied wonen ongeveer 500 mensen en het is eigendom van de gemeente Kampen. Het is in de loop van eeuwen geleidelijk ontstaan door landaanwas. Sinds 1500 verpacht de gemeente het agrarisch bezit in de vorm van Stadserven.
Napoleon
De Kamperzeedijk doorkruist de IJsseldelta en dateert van voor de 14e eeuw en is één van de oudste zeeweringen van Nederland. Vroeger was het een belangrijke landverbinding naar het noorden. Door de IJsselmonding en het Zwarte Water was het tevens een belangrijke doorgangspoort in de Hanzeroute. Heerschappij over de steden in het gebied was erg gewild. Deze dijk kent dan ook een rijke geschiedenis. Er zijn hier veel veldslagen gevoerd en in de Romeinse tijd werden de hooggelegen nederzettingen al genoemd op de kaart. Een legende zegt dat zelfs Keizer Napoleon met zijn troepen hier overheen getrokken is.
Aanlegplaats
Aan het eind van de Kamperzeedijk ligt Genemuiden. In 1275 kreeg het stadsrechten en in 1382 verwierf men het recht tot het houden van drie jaarmarkten. De belangrijkste bron van inkomsten voor deze stad was vanaf de 16e eeuw de biezenteelt. Wanneer men de veerpont over het Zwarte Water neemt, dan kom je in Zwartsluis. Het is een schakel tussen de twee natuurgebieden De Weerribben en De Olde Maten. Door de scheepvaart nam Zwartsluis een dominante positie in. Vandaag de dag is Zwartsluis nog steeds een ideale aanlegplaats voor zeilen, surfen, vissen en zwemmen.
Vogelaars
Tot slot willen we hier nog aandacht schenken aan Wilsum. Het ligt ten noorden van een scherpe bocht in de IJssel tussen Zwolle en Kampen. Het is een typisch dijkdorp en ademt historie: in het hart de oudste kerk van Overijssel en de school. De uiterwaarden van de Welle vormen een bijzonder natuurgebied. Het is vooral een geliefd plekje voor ‘vogelaars’.
De IJsseldelta is een uniek gebied vol cultuur en natuur. Het Kamper boemeltje heeft zich in de loop van de tijd een plekje veroverd in dit gebied. Het is dan ook ondenkbaar dat dit treintje niet meer zou ‘voorttuffen’ door de polder.
Bron: Beleef de IJsseldelta; uitgegeven door het Nationaal Landschap IJsseldelta, eerste druk 2011
- Geplaatst op: woensdag, 22 mei 2013
- Bijgewerkt op: donderdag, 20 augustus 2015