Het doek valt voor lijn Hattem-Kampen (1926-heden)
De NS was van mening dat door de aflossing van de leningen in 1920 het contract uit 1910 haar waarde had verloren en dat de lijn gesloten kon worden. Comités uit Kampen en Hattem stuurden echter brieven met handtekeninglijsten naar de minister met het verzoek de lijn te heropenen. Ook de gemeente Kampen protesteerde en eiste naleving van het contract uit 1910 en sommeerde de NS de exploitatie te hervatten. ‘Kampen Vooruit’ organiseerde in februari 1926 een informatieavond waar de heren Cramer en Lijs het woord namen en zij wezen op het belang van de spoorlijn voor het hout- en steenkoolvervoer en op de problemen die ontstaan waren voor het vervoer van leerlingen naar het Gereformeerd Gymnasium en Stedelijk Lyceum.
Provisorisch
De stopzetting gaf ook andere problemen omdat op het emplacement een 15.000 kg zware ketel lag die vervoerd moest worden. Voor de tramlijn naar Wezep was de ketel te zwaar en ook was de ketel te zwaar om over de IJsselbrug vervoerd te mogen worden om dan via de spoorlijn naar Zwolle afgevoerd te kunnen worden. Er zat niets anders op dan de ketel te slopen en in gedeeltes te vervoeren. De tramlijn naar Wezep die ook beschadigd was, werd wel hersteld in verband met het vervoer van militairen vanuit Kampen naar het oefenterrein bij Wezep. Om deze lijn te kunnen herstellen, werd de spoorlijn naar Hattem provisorisch hersteld omdat de goederenwagens niet langs de met bomen beplante Zuiderzeestraatweg konden rijden. Op 3 maart 1926 werd de tramlijn naar Wezep weer ingebruik genomen.
Herstel
Omdat beide partijen het niet eens konden wordenover de exploitatieplicht, stapte de gemeente Kampen in 1929 op verzoek van de minister naar de rechter om zo een gerechtelijke uitspraak over de exploitatieplicht te verkrijgen. In afwachting van die uitspraak werd de NS door de minister gedwongen de lijn te herstellen en de exploitatie te hervatten. Kampen was bereid fl. 10.000,- bij te dragen in de herstelkosten die fl. 31.342,20 bedroegen.
Op 15 mei 1930 werd de lijn opnieuw in gebruik genomen. Het eerste treintje dat binnenliep, vervoerde 8 passagiers. Deze werden welkom geheten door stationschef Ellerbroek. De heer H. Bosch van de steenkolenhandel v/h Lijs & Bosch hield een korte toespraak die afgesloten werd met het drinken van een glaasje port, het uitdelen van sigaren en een tractatie in de vorm van een nieuw smakelijk ‘antraciet – Wilhelmina III’, niet om te stoken maar om te eten. Ook de heren Arentshorst en J. Van der Weerd van respectievelijk ‘Handel en Nijverheid’ en ‘Kampen Vooruit’ namen het woord en dankten allen die hadden meegewerkt aan de heropening en spraken de wens uit dat de hernieuwde openstelling tot bloei van de gemeente mocht zijn. Ter ere van de heropening boden enkele bedrijven hun personeel een gratis ritje naar Hattem aan. Om aansluitingen in Hattem mogelijk te maken werd de maximum snelheid op de spoorlijn weer verhoogd van 35 km tot 45 km/h.
Slechter
Het station was inmiddels sterk verwaarloosd, zelfs de naam was niet meer op de gevel zichtbaar. Na pensionering en vertrek van stationschef Ellerbroek in 1931 werd de stationschefwoning ook niet meer bewoond. De gemeente schreef bedrijven in Kampen aan met het verzoek hun goederen via Kampen Zuid te verzenden of te laten bezorgen. De uitspraak van de rechter kwam pas op 20 juni 1932 en hierbij werd de gemeente Kampen in het gelijk gesteld. De NS besloot hiertegen in hoger beroep te gaan, maar tevergeefs.
Na een aanvankelijke opleving ging het steeds slechter met de lokaallijn. In 1931/32 werd begonnen met het opspuiten van de wijk Zuid waardoor de Parallelweg op dezelfde hoogte als het emplacement kwam te liggen. Op 1 september 1931 kwam er een nieuwe tegenslag omdat de tram naar Wezep/Elburg werd opgeheven en vervangen werd door bussen van de ATO. Ook vervoerde deze busmaatschappij goederen, nu per vrachtwagen. Van de laatste rit vanuit Kampen naar Elburg is niets bekend. In Elburg zelf werd de laatste tram uit Nunspeet echter wel met veel tam-tam uitgezwaaid. In juni 1933 werd de spoorsteiger bij het Herkenhoofdafgebroken, deze werd nauwelijks meer gebruikt. Het vrijgekomen hout werd verkocht aan belangstellenden.
Vergoeding
Toen in 1933 het wetsontwerp voor naasting van spoorlijnen bij het parlement werd ingediend, probeerde de NS opnieuw van het onrendabele lijntje af te komen. Tijdens de onderhandelingen met de gemeente Kampen over de afkoopsom van de lijn naar Zwolle, bedong zij, dat voor de aangeboden som ook de lijn naar Hattem gesloten moest worden. Kampen kreeg hiervoor dan een vergoeding van fl. 40.000. Het gemeentebestuur besloot uiteindelijk op het NS-voorstel in te gaan, ondanks alle inspanningen om de lijn heropend te krijgen omdat de Tweede Kamer voor het wetsvoorstel was en men bang was helemaal niets meer te krijgen.
Een merkwaardige zaak omdat de gemeente eigenlijk een deel van de opgespoten wijk Zuid wilde gebruiken als industriegebied waardoor de spoorlijn wellicht meer gebruikt zou worden. Blijkbaar was men moe van alle problemen met zowel de spoorlijn naar Zwolle als die naar Hattem en bovendien kon Kampen het geld wel goed gebruiken. Op 31 december 1933 reed 's avonds de laatste trein met enkele passagiers stilletjes naar Hattem, iedereen vierde Oud en Nieuw thuis. Niemand nam afscheid van het lijntje naar Hattem. Men wilde niet meer herinnerd worden aan de grootse woorden bij de opening in 1913. Een treurig einde van een lijntje dat te laat werd aangelegd om nog een succes te kunnen worden en in feite al bij de opening gedoemd was om te verdwijnen.
Verlaten station
De spoorlijn werd vrijwel meteen opgebroken. Het Kamper gemeentebestuur onderhandelde met de NS over de verkoop van het emplacement aan de gemeente. Beide partijen werden het eens over de prijs van fl. 54.716,79, verminderd met fl. 1.000,- voor het afbreken van het station door de gemeente Kampen. De Kamper jeugd leefde zich intussen uit op het verlaten station en al spoedig was geen raam of deur meer heel en werd ook het interieur vernield. In maart 1935 werd het station afgebroken. De HSM, later NS, had acht percelen verhuurd aan diverse bedrijven, waaronder aan de Kamper Steenkoolhandel en Fa. Wed. H. Bosch. De nieuwe eigenaar van de gronden, de gemeente Kampen zegde met ingang van 19 juli 1935 de huur op per 15 oktober 1935. De Kamper Steenkoolhandel vond die termijn van drie maanden wel erg kort omdat de loodsen inmiddels vol met steenkool lagen voor de komende winter. Zij kreeg uitstel tot 14 juni 1936, toen waren inmiddels alle overige loodsen gesloopt en de bedrijven verhuisd naar het spooremplacement van Kampen Noord.
Verkeersweg
Als laatste werd in 1936 het los- en laadperron gesloopt. Zo verdween in Kampen alles wat aan de spoorlijn herinnerde. In 1934 werden de nieuwe straatnamen van Zuid besproken. Voorgesteld werd de Parallelweg in ’t vervolg Station Zuidstraat te noemen, maar een meerderheid van de gemeenteraad was hierop tegen, men wou niet meer herinnerd worden aan de spoorlijn, die zoveel teleurstellingen had gegeven en men besloot de weg Apeldoornsestraat te noemen. In 1939 werd het voormalige baanlichaam van de spoorlijn onderhands verkocht en waren er plannen om deze grond te gebruiken voor een verkeersweg tussen Hattem en Kampen.
Tot de ruilverkaveling in het Zalkerbroek, eind jaren zeventig, was het baanlichaam nog steeds voor een grootste deel aanwezig en liep hierover een pad richting Hattem. In het najaar van 1968 werden de spoorhuisjes langs de Kamperstraatweg afgebroken om zo een flauwere bocht in de weg te kunnen verkrijgen.
In 1987/88 werd uiteindelijk een weg tussen Hattem en Kampen aangelegd: de N50 als verlenging van de A50, later werd deze verlengd tot Emmeloord. Tussen Hattemerbroek en De Zande ligt deze autoweg voor een deel op of langs het baanlichaam van de voormalige lokaallijn. Ook de Hanzelijn ligt tussen De Zande en viaduct Buckhorst (voormalige halte Zalk) op of pal langs het oude baanlichaam. Betonrestanten van twee oude spoorbruggen moesten hiervoor gesloopt worden. Alleen de vroegere oprit van de spoordijk bij het Vijzelpad in Hattem herinnert nu nog aan de oude lokaallijn Hattem – Kampen.
Overpeinzingen over een oude spoorbaan bij Zalk.
In het Kamper Nieuwsblad van 8 mei 1976 werd nog aandacht geschonken aan de oude spoorbaan tussen Hattem en Kampen en wel ter hoogte van de voormalige halte Zalk. Heden is daarvan niets meer terug te vinden.
De lokaalspoorlijn Hattem – Kampen werd geopend op 30 september 1913 en alweer na slechts 20 jaar gesloten op 31 december 1933. Meteen werden de spoorlijn opgebroken en kon de natuur zijn gang gaan, het voormalige baanlichaam werd overwoekerd door allerlei struiken en planten door zaden die uit wagons gewaaid waren. De voormalige halte Zalk (ter hoogte van het huidige viaduct Buckhorst in de N50) had oorspronkelijk ter beschutting een bosaanplanting en deze was in in 1976 uitgegroeid tot een markant hoog bos. Naast de spoordijk liep oorspronkelijk een onverharde weg voor onderhoud en ongevallen, deze werd nog jarenlang gebruikt als fietspad, vooral door jeugdclubs. Maar het gedeelte tussen Gelderse Kade en Zuiderzeestraatweg was allang geleden opgeruimd door ruilverkavelaars en geëgaliseerd tot weiland. Het nog resterende deel was tot 1974 alleen nog bereikbaar via de Roobroeksweg en inmiddels overwoekerd door een rijke vegetatie, geliefd bij natuurliefhebbers. Maar in de herfst van 1974 verdween dit deel ook. In 1985 werd gestart met de aanleg van de N50 vanaf Hattemerbroek tot Kampen. Tot de aanleg van de Hanzelijn tussen 2007 en 2012 waren nog twee restanten van brughoofden van oude spoorbruggen in het landschap terug te vinden, maar deze werden gesloopt aangezien de nieuwe spoorlijn over de oude voormalige lokaallijn werd aangelegd. Zo is in het polderlandschap niets meer wat nog herinnert aan de oude spoorlijn tussen Hattem en Kampen, alleen nog de voormalige oprit van de spoordijk bij het Vijzelpad in Hattem.
- Geplaatst op: woensdag, 27 februari 2013
- Bijgewerkt op: donderdag, 14 juli 2022