Nieuw station in Kampen (1912-1945)
In december 1910 startte men met de bouw van een nieuwe goederenloods met een administratiegebouw aan de Zwolseweg op het emplacement, 300 meter vanaf de brug, deze was in april 1911 gereed. De loods deed eerst voorlopig dienst als hulpstation, waarna het NCS-station uit 1865 op 26 april 1911 gesloten en gesloopt kon worden. Eind mei was het station gesloopt en werden de vrijgekomen materialen verkocht, zoals 60.000(Waal)stenen, balken, deuren, kozijnen enz. Ook de steenkolenloods van de stationschef werd gesloopt en ook deze materialen werden verkocht.
Jugendstil
Het nieuwe 76,67 m lange station inclusief perrons werd tijdens de aanbesteding op 21 april 1911 gegund aan de laagste inschrijver P. Koedijk uit Zwolle voor het bedrag van fl. 77.977, -. Het station kreeg zowel een aankomst- (Perron 2) als een vertrekperron (Perron 1) en beide waren voorzien van een overkapping. De twee kappen waren niet aan elkaar verbonden, omdat het dan te donker op de perrons zou worden. Voor het fundament werden 528 heipalen van 7 m lengte geslagen. De stationshal, maar ook de wachtkamers in Jugendstil waren voorzien van prachtige beschilderingen van E.J. Bruins, bestaande uit monogrammen van de NCS. De zoldering was zo fraai geschilderd, dat het niet opviel dat deze uit 40 panelen bestond. Helaas is deze beschildering, tot groot ongenoegen van het personeel en veel Kampenaren, in mei 1965 onder een witte laag verf verdwenen. Ze zijn nog wel aanwezig in de de voormalige, nu als opslag gebruikte, wachtkamers. Het station bezat ook een stationsrestauratie, jarenlang geëxploiteerd door J. A. Diender. De stationschef woonde boven, in het station.
Vervoer van goederen
Het nieuwe, asymmetrische en met torentjes voorziene station werd op 1 juli 1912 zonder enig feestvertoon in gebruik genomen. Bij de aanpassing van het emplacement verdwenen in september 1912 ook de locomotiefloods en de overige voorzieningen en de twee draaischijven. De vrijgekomen materialen werden bij opbod verkocht, waaronder 60.000 gevelstenen, 21.000 straatstenen, 7.000 blauwe dakpannen met vorsten, balken, deuren, zinken goten enz. In eerste instantie zou ook de spoorsteiger afgebroken worden, maar op verzoek van de NCS bleef er toch een kleine steiger met één spoor over. Deze werd hoofdzakelijk gebruikt voor het vervoer van goederen van en naar het eiland Urk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hier veel gezocht naar steenkool, dat tijdens de de overslag in het water terechtgekomen was. In het station zelf was ook een grote goederenloods bedoeld voor ‘bestel- en ijlstukgoederen’; de nieuwe goederenloods aan de Zwolseweg werd gebruikt voor ‘vrachtstuk- en wagenladingsgoederen’en werd later gebruikt voor de verzending van goederen door Van Gend & Loos.
Kampen Noord
Sinds 1 juli 1920 werd het station ‘Kampen Noord’ genoemd, omdat Kampen tussen 1913 en 1933 ook een station ‘Kampen Zuid’ bezat, het begin- en eindpunt van de locaallijn Hattem – Kampen van de KNLS en de stoomtramlijn Elburg – Wezep - Kampen. Na sluiting van de stoomtram per 31 augustus 1931 en de locaallijn per 1 januari 1934 werd de naam op 15 mei 1934 weer gewijzigd in ‘Kampen’. In 1943 werd de overweg naast het station bij het Kikkergat gesloten vanwege het toenemende verkeer op de Zwolseweg. Op 20 september 1939 bestonden de Nederlandsche Spoorwegen 100 jaar. Ter gelegenheid daarvan werd het Kamper station feestelijk versierd met ‘guirlanden van groen’, boeketten oranje en gele bloemen, bakken met zinnia’s, palmen en varens. Het geheel werd gearrangeerd door de fa. Brinkman uit Kampen en betaald door het NS-personeel uit eigen zak.
Persberichten over de bouw van het nieuwe station Kampen 1911- 1912
Op woensdag 26 april werd het oude station uit 1865 gesloten en werd de iets verderop gelegen nieuw gebouwde goederenloods als tijdelijk station in gebruik genomen waarna het oude station werd afgebroken en de vrijgekomen materialen werden verkocht.
Op 24 augustus 1911 was men al zover dat de Zwolsche Courant schreef:
Met de werkzaamheden aan het nieuwe station vordert men flink. Woensdagmiddag werd de laatste der 528 palen in den grond geslagen en men is reeds druk bezig met het leggen van beton. De opgeworpen hooge zandmassa’s, die de anders zoo vriendelijke entree onzer stad reeds gedurende den geheelen zomer ontsieren, zullen zeker ook spoedig verdwijnen. Dat velen naar de voltooiing van het nieuwe station verlangend uitzien, laat zich begrijpen.
De tocht over den boomlozen dijk naar het afgelegen hulpstation, die tijdens de buitengewoon heete zomerdagen, welke achter ons liggen, reeds waarlijk geen genoegen was, zal straks bij ruw herfst- en winterweer al evenmin aanlokkend zijn. Hierbij komt nog, dat de schutting aan de N.O.zijde van het stationsterrein den geheelen zomer het uitzicht van de talrijke bezoekers der Buitensociëteit op onaangename wijze belemmeren.
Doordat voorts die schutting het oude stationsplein vrijwel geheel voor de circulatie van het publiek afsluit, wordt de breedte van den drukken verkeersweg tusschen de IJsselbrug en den Nieuwen Weg tot die eene gewone straat vernauwd. Dit geeft nog al eens ongerief, met name op Woensdag en Zondagavonden gedurende de concerten in de Buitensociëteit, wanneer zich daar tusschen hek dier sociëteit en gemelde schutting een groote massa meerendeels opgewekt en vroolijk publiek heen en weer beweegt.
Zwolsche Courant 28 februari 1912:
De werkzaamheden aan het nieuwe station te Kampen vorderen flink. Zooals men weet moet het 1 April gereed zijn. Er valt nog heel wat aan te doen; al is het gebouw in hoofdzaak klaar voor den oppervlakkigen toeschouwer, er valt er ook inderdaad aan het uitwendige niet veel meer te voltooien, het afwerken van binnen eischt nog veel werk. Men is bezig met het betimmeren. Wat de perrons betreft, voor het eerste perron is het metselwerk bijna gereed en staat ook reeds het geraamte der overkapping. Aan het tweede perron moet nog begonnen worden. Het gebouw moet nu rees elk rechtgeaard Kampenaar een lust voor de oogen zijn. Het maakt een flinken indruk, ’t is ruim en breed opgezet, een station dat gezien mag worden.
Zwolsche Courant 20 mei 1912:
Spreekt men oude Kampenaren dan kan men zoo nu en dan nog verhalen horen van de diligence, die destijds geregeld zijn dagelijkschen tocht van hier over den Zwolschen Weg naar Zwolle volbracht. Dat was nog eens een gezellig en rustig reizen – zoo heet het dan – het gaf gelegenheid tot kennismaking en tot menig interessant gesprek over zoovele kwesties, die in het Kamper leven dier dagen brandden. Maar tijden veranderen – het ‘spoor’ naderde de geïsoleerde plaats onzer inwoning, de oude diligence deed welhaast haar laatsten tocht., en bij de IJsselbrug verrees een mooi station, ingericht naar de eischen, die het moderne verkeer in die dagen ging stellen. En met het spoor kwam in het oude Kampen een nieuw element, de zijn revolutioneerende werking op het totdien zoo afgesloten en zelfgenoegzame stadje al spoedig gelden deed. Naast het nieuwe station contrasteerde de oude (houten) IJsselbrug, de hoofdtoegang tot de stad, als een stuk van het oude Kamper leven. Maar nu kwamen de jaren na 1870 en met deze opbloei der sigarenindustrie en de daarmede gepaard gaande toeneming der bevolking. De oude brug verdween, een nieuwe, nu nog de trots onzer goede stad kwam er voor in de plaats en het station werd op zijn beurt oud en vervallen. “Alles was besteht wert dass es zu Grunde geht’….. de behoeften van modern verkeer en comfort eischten een ander station en zoo werd dan in het vorig jaar het oude afgebroken en zullen wij nu spoedig het nieuwe in gebruik nemen.
Dit nieuwe station is een kloek gebouw, met flinke torens bekroond. Het is opgetrokken in mooi baksteen, afgewisseld door hardsteen en gele en bruine sierstenen. Deze sobere architectuur doet het oog aangenaam aan en wat het uiterlijk aspect betreft, mogen we dit station dan ook een utiliteitsgebouw noemen. Gaan we over het stationsplein, de trap op en treden we onder de marquise door de vestibule en gang binnen, dan zien wij, dat ook het interieur flink en royaal is opgevat en ook hier treft ons de soberheid, die aan het geheel ten goede komt. De goede verhouding, de mooi kleur- en lijnverdeling doen zien, dat met gevoel en kunstzin is gewerkt. In de vestibule is een ruim plaatskaartenbureau, aan de eene zijde begrensd door de wachtkamers 1e, 2e en 3e klasse, aan de andere zijde door de garderobe en het bureau van de stationschef. Verder vinden wij beneden de goederenloods, retirade, conducteurskamer, een keuken van den restaurateur en andere dienstvertrekken, waaronder het bureau van de ambtenaren.
Gaan wij de trap op, die toegang geeft tot de chefwoning, gelegen aan den hoek naar de zijde der Buitensociëteit, dan komen we door een mooie en ruime traphal. In de chefwoning treffen we twee salons en suite, een flinke gang, keuken en slaapkamers. Vanaf het balcon heeft een een riant uitzicht over onzen mooien IJssel.
Het station heeft twee perrons. Van het eerste perron vertrekken de treinen, bij het tweede komen ze aan. Het hulpstation van thans zal straks als goederenloods gebruikt worden.
Het station is ontworpen door den technischen dienst der Nederlandsche Centraalspoorweg-Maatschappij. De hoofdleiding bij de uitvoering had de technische ambtenaar, de heer Boland, terwijl de heer P.J. Koedijk van Zwolle de aannemer was. Beiden hebben dit werk op een eervolle taak op waardige wijze vervuld.
Zwolsche Courant 1 juli 1912:
Hedenmorgen 1 juli is het nieuwe station der Centraalspoor alhier voor het eerst in gebruik genomen. Met bekwame spoed is gedurende den ganschen nacht gewerkt, om den inventaris enz. van het hulpstation over te brengen. De inspecteur van het vervoer, de heer Bosch, was daarbij aanwezig. De nieuwe sperwissels, welke met een handel van het station kunnen worden verzet, werden hedennacht eenige malen geprobeerd en in orde bevonden. Het personeel heeft een zwaren nacht achter den rug, maar ondanks de ditmaal groote drukte liep hedenmorgen direct alles als van een leien dakje. Het publiek, dat nu voor het eerst het station ook eens van binnen kon opnemen, was verrukt over de ruime luxueuse vestibule en de royale, practische inrichting van het geheel.
- Geplaatst op: dinsdag, 22 januari 2013
- Bijgewerkt op: maandag, 21 november 2022