Woeste Willem
Toen de lijn Utrecht-Zwolle in 1863 in gebruik genomen werd, had de NCS de beschikking over twaalf stoomlocomotieven, de NCS 1-12 serie. Het waren zogenoemde 1B-locomotieven met een losse tender, gebouwd door Neilson & Co te Glasgow. De locomotieven droegen de namen: Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Amersfoort, Nijkerk, Harderwijk, Elburg, Hattem, Zwolle, Kampen, IJssel en Vecht. Door de Kampenaren werd de stoomtrein Woeste Willem genoemd.
De locomotieven hadden aanvankelijk geen machinistenhuis en de machinist stond in weer en wind zijn werk te doen. Toen in 1892 Kampen 17 lokaaltreinen per dag in beide richtingen kreeg, werden voor deze lijn de beste vier gekozen uit zeven stuks die aan een grote herstellingsbeurt toe waren. Deze locomotieven werden verbouwd tot tenderlocomotieven, dat wil zeggen de losse tender verdween en de locomotief kreeg bakken naast de ketel voor de opslag van steenkolen en water. Ook werden ze voorzien van de zogenoemde Westinghouserem. Drie locomotieven, de nummers 5, 8 en 12 werden reeds in 1892/93 gesloopt. Alle overige machines werden vernummerd in 31-39 waarvan de eerste vier voor de dienst naar Kampen bestemd waren. De locomotieven werden in de NS-periode in de serie 7200 genummerd als 7201-7209. Dat ze degelijk gebouwd blijkt wel uit hun uitdienstneming en sloop in de periode 1928-1935. De locomotief nr. 10 KAMPEN, later vernummerd in 36 en NS 7208, werd in 1934 gesloopt.
Op 5 november 1923 kreeg het Kamperlijntje de primeur van de benzinemotorwagens, aanvankelijk facultatief, want het eerste exploitatiejaar werd gekenmerkt door veel storingen. In maart 1924 werden dan ook nog zestien slagen met stoomtractie gemaakt, maar de winterdienst van 1924 vermeldde geen stoomtractie meer. Tijdens de zomerdienst van 1926 reed er weer een stoomtrein uit de 8400 serie een reizigersdienst naar Kampen. Voor de goederentreinen naar Kampen werd altijd wel stoomtractie ingezet met machines uit de series 1300, 7100, 7300 en 7400. Omdat er in Kampen sinds 1911 geen draaischijven meer waren, moesten de grotere stoomlocs met tender heen of terug met tender voor rijden via een wissel in het spoor bij station Kampen. In de zomerdienst 1937 tot 1928 maakten stoomlocs uit de 7100 serie weer drie slagen met reizigerstreinen naar Kampen. Tijdens de oorlogsjaren werd volledig met stoomtractie gereden met twee locomotieven uit de 5500 serie. Na de oorlog in 1945 werden de reizigersdiensten hoofdzakelijk met stoomtractie uit de 5700 serie gereden, officieel tot 8 januari 1951, maar tijdens de winterdienst 1951 werd tot 6 januari 1952 nog een paar slagen met stoomtractie gemaakt. Vanaf de zomer 1952 tot de sluiting van het (stoom)depot Zwolle op 10 januari 1955 werden voor het goederenvervoer locomotieven uit de 1700 serie ingezet.