Veerallee spoorbrug (1865-1907)
Om deze vervanging mogelijk te maken en het treinverkeer niet te belemmeren moest men zolang gebruik maken van een noodbrug en een hulpspoor. De kosten van het hulpspoor inclusief de onderbouw van de nieuwe brug werden geraamd op fl. 25.000,- en die van de bovenbouw op fl. 27.670,-. De aanbesteding van de brug vond plaats op 16 december 1870 en die van de hulpbrug op 10 maart 1871, beide in Zwolle. Aan J.A. Lecoq & Co. uit Antwerpen werd de bovenbouw gegund voor fl. 22.727,- en aan L. Krook uit Zwolle en Van Heukelom uit Kampen werd de onderbouw en het hulpspoor gegund voor fl. 26.624,-. De hulpbrug kwam op houten palen te staan en de klep werd alleen neergelaten als er een trein kwam. Overigens stond de draaibrug normaliter tot een kwartier voor aankomst van de trein ook open.
Bouw van de brug
Op 6 april begon aannemer Krook met het aardewerk en plaatste er een keet. Prompt kreeg hij inspecteur Viveen van de NCS op zijn dak die een procesverbaal opmaakte omdat de NCS geen enkele medewerking wou verlenen bij de totstandkoming van de hulpbrug en geen mensen op hun gebied toeliet. Op 26 april 1871 werd bij Koninklijk Besluit No. 221 ontheffing aan de aannemer verleend voor het uitvoeren van de aardewerken en het plaatsen van een keet.
Wissel
Op 17 mei was het hulpspoor gereed op een aansluitwissel op een SS-spoor na. Dit gaf namelijk wat problemen omdat de spoorstaven van de SS een andere hoogte hadden dan die van de NCS. De Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten stelde voor dit op te lossen door een wissel met vier aansluitende spoorstaven te leggen. Een nieuw model spoorstaaf was overigens al goedgekeurd en de staven werden vaksgewijs vervangen. Vanaf 12 juni 12.00 uur tot 13 juni 6.00 uur en van 12.00 tot 16.00 uur was er geen treinverkeer mogelijk vanwege het aansluiten van het spoor op het hulpspoor. De NCS weigerde nog steeds elke medewerking te verlenen.
Ontsporing
Vanaf 14 juni kon de hulpbrug en spoor gebruikt worden. Op 3 augustus 1871 vond een ontsporing plaats door locomotief 11 in trein 5 op het hulpspoor tussen de verbindingswissel een de hulpbrug. Volgens de NCS was de bocht te krap aangelegd. De schade was overigens gering: vier afgebroken koppelschroeven van de flenzen van de ontspoorde wielen moesten vervangen worden. Uit een door de minister ingesteld onderzoek, bleek dat een kapotte veer van de tender de oorzaak was, maar de NCS betwijfelde dit. Op 6 april 1872 was de nieuwe spoorbrug gereed en op 3 mei vond de keuring plaats. Op 21 mei 1872 reed trein 2 uit Kampen als eerste over de nieuwe brug.
Veeladingsbrug
Omdat voor het vervoer over het water naar het spoor en andersom ook aanlegmogelijkheden nodig waren, werd er een spoorweghaven aangelegd. Omdat er ook vrij veel veevervoer plaatsvond en de veelading juist aan de andere kant van het Kamper spoor was, was het erg lastig het vee steeds om de haven heen te leiden. Daarom werd in 1873 een brug vlak langs de spoorbrug gelegd, die slechts 3 meter breed was. Aangezien de brug bij de Veelading lag, kreeg de brug al gauw de naam Veeladingsbrug.
Deze werd apart bediend en de brugwachter woonde in een brugwachterswoning naast deze brug. Voor het personeel van de spoorbrug werden in 1875/76 vlak voor de brug in de bocht van het spoor aan stationszijde twee aan elkaar grenzende woningen gebouwd en deze combinatie kreeg het wachterswoningnr. 70. In 1907 werden deze twee wel heel kleine woningen samengevoegd tot één woning
- Geplaatst op: woensdag, 20 februari 2013
- Bijgewerkt op: woensdag, 26 augustus 2015