Zwolle versus Kampen
In de Kamper Courant van 24 april 1892 werd een ingezonden stuk van een inwoner B. uit Kampen geplaatst, waarin deze melding doet van het nieuwste ‘Kamper stukje’, namelijk over de nieuwe zomerdienstregeling waarin geregeld is dat dagelijks 17 lokaaltreinen tussen Kampen en Zwolle en omgekeerd zullen lopen.
Na hij vernomen heeft, lachen de burgers van Zwolle om de onnozelheid van de Kampenaren die zelf ervoor gezorgd hebben dat vreemdelingen zeventien keer per dag deze 'dode stad' kunnen bezoeken en dat bezoek zal zo kort zijn dat men geen enkele cent zal achterlaten.
Zwolle als fraaie en aantrekkelijke hoofdstad zal van deze gelegenheid gebruik maken en in ruime mate profiteren van het verblijf van de vreemdelingen. Het geld zal in Zwolle besteed worden en niet in Kampen. Hij hoopt dat de ogen van Kamper winkeliers mogen opengaan en dat zij mogen inzien dat de nieuwe zomerdienstregeling nadelig voor de stad is en dat deze zich belachelijk maakt.
In KC 1 mei 1892 reageert een ander inwoner op dit ingezonden stuk. Hij vindt dat het nogal meevalt en dat B. overdrijft. Wat wil B. dan, een hoge muur om de stad bouwen en de poorten sluiten? Voor het natuurschoon komen de vreemdelingen niet en het spreekt vanzelf dat zij, na hun zaken gedaan te hebben, weer vertrekken.
Bovendien ontstaat er nu wat meer concurrentie tussen de winkeliers in Zwolle en Kampen, waardoor de Kampenaren beter waar voor minder geld kunnen krijgen. Men moet maar eens de prijzen van steenkool vergelijken tussen Kampen, Zwolle en Deventer.
En B. misgunt toch zeker een uitstapje van zijn stadgenoten naar, volgens zijn eigen zeggen, het fraaier en aantrekkelijker Zwolle toch niet?
- Geplaatst op: maandag, 04 maart 2013
- Bijgewerkt op: zaterdag, 22 augustus 2015